De Metaforsa in het kort.
10 universele uitgangen voor het schakelen van:
Verlichting
NC/NO verwarmingskleppen
Rolluiken, screens of gordijnen
1- of 2-polige motoren voor poorten e.d.
1- of 2-polige kleppen
NC/NO sloten
Fan coil units
16 analoge ingangen voor:
(Druk)knoppen
Schakelaars
Magneetcontacten
Lekkage sensoren
Bewegingssensoren
Digitale OneWire aansluiting voor maximaal 8 digitale temperatuur sensoren
CAN-bus uitbreidingspoort voor het aansluiten van andere Larnitech modules (b.v. dimmers, RGB-dimmers, etc)
Relais met AgSnO2 aansluitingen, geschikt voor 16A en 120A/20ms inschakelstroom
Gratis Larnitech visualisatie-app voor de besturing via smartphone, tablet of touch-PC, ook via de cloud
Gratis stembesturing via Siri, Alexa of Google Home voor maximaal 20 commando’s
Via Plug-Ins is het systeem uitbreidbaar met integratie voor o.a. Satel, Philips Hue en IKEA verlichting
Standaard ingebouwde encryptie via het RSA en AES256 protocol, zowel lokaal (LAN) als via de Cloud (WAN)
Ondersteuning voor iOS- en Android Push Notifications op je smartphone of tablet, maar ook ondersteuning voor Telegram en Viber
Bekijk de geschiedenis van al je apparaten (verlichting, pomp, poort) gedurende 1 jaar terug
Plug en play (mogelijkheid voor eenvoudige uitbreiding van het systeem)
Gratis toekomstige updates
Zeer uitgebreide database met scripts, welke continue wordt uitgebreid
Automatische dagelijkse backups naar de Larnitech Cloud met de mogelijkheid om een backup eenvoudig terug te zetten
Uitgebreide API (waarmee je Larnitech kunt integreren in andere systemen)
Gebruikersvriendelijke webinterface (LT Setup) voor geavanceerde configuratie-mogelijkheden
Compleet, kant-en-klaar Smart Home Systeem
Introductie
Deze installatiehandleiding beschrijft het installeren, monteren, bedienen en in bedrijf stellen van de Metaforsa. Volg de veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen in deze handleiding op wanneer je werkt met de Metaforsa unit of andere Larnitech producten. De fabrikant heeft het recht om wijzigingen in deze handleiding te maken, zonder voorafgaande waarschuwing.
Veiligheidsvoorschriften
Alle werkzaamheden die verricht worden en welke te maken hebben met de installatie, het aansluiten, instellen, service en onderhoud mogen uitsluitend gedaan worden door een vakkundig persoon met voldoende vaardigheden en ervaring met elektrische apparatuur. De geldende nationale voorschriften voor de installatie dienen in acht te worden genomen.
Om het risico van brand, elektrische schokken, beschadigingen aan het systeem en / of persoonlijke verwondingen bij de installatie en configuratie van het systeem te voorkomen, dienen de volgende aandachtspunten in acht te worden genomen:
• Het aansluiten van draden en connectoren mag alleen gedaan worden zonder spanning op de componenten.
• Maak gebruik van geschikt gereedschap en persoonlijke bescherming tegen elektrische schokken.
• Gebruik geen beschadigde kabels, draden en connectoren.
• Controleer of de kabelspecificaties gelijk zijn aan de toegestane limieten van spanning en stroom die in deze handleiding genoemd worden.
• Vermijd het knikken van kabels en draden.
• Sluit kabels en connectoren met beleid aan; bij te veel kracht kunnen de interne aansluitingen beschadigen. • Gebruik geen connectoren met slechte aansluitingen.
• Let op dat de juiste voltages worden gebruikt met de juiste omgevingstemperatuur; beiden worden in deze handleiding genoemd.
Wanneer er wordt gewerkt aan het systeem nadat de spanning is ingeschakeld, NOOIT :
De connectoren en of bedrading loskoppelen;
Modules en sensoren open maken.
Systeem configuratie en doel van het systeem
Doel van het systeem
Het Metaforsa Smart Home Systeem is een kant-en-klare oplossing voor het automatiseren van woningen en kantoorpanden, hotels, restaurants etc.
Het systeem beschikt over 16 analoge ingangen en een aansluiting voor digitale sensoren, alsmede 10 universele uitgangen .
De universele ingangen kunnen onder andere
gebruikt worden voor :
De universele uitgangen kunnen onder andere
worden gebruikt voor het schakelen
of besturen van:
• Knoppen en schakelaars
• Verlichting
• Magneetcontacten
• Wandcontactdozen
• Bewegingssensoren
• Vloerverwarming
• Waterleksensoren
• Gordijn / poort motoren
• Waterkleppen / verwarmingsventielen
De OneWire (OW) aansluiting voor sensoren
De OneWire aansluiting kan gebruikt worden voor het aansluiten van verschillende digitale sensoren, zoals temperatuur-, lichtsterkte- en luchtvochtigheidsensoren.
De CAN-bus aansluiting
De CAN-bus aansluiting op de Metaforsa dient voor het aansluiten van extra apparatuur zoals dimmers, RGB-dimmers en dergelijke.
Het Metaforsa pakket is klaar voor gebruik en voorzien van de standaard hard- en software.
Inhoud van het pakket
Hieronder een beschrijving van de inhoud van het complete Metaforsa-pakket:
• Basisunit Metaforsa MF-10
1x
• Voeding Meanwell DR-15-12
1x
• Bewegingssensor Satel amber
3x
• Lekkage sensor FW-WL
2x
• Digitale temperatuursensor FW-TS
4x
• Magneetcontact (raam- of deursensor)
4x
• Ferriet ontstoringsfilter
1x
• Bedrading voor de voeding
1x
• One-Wire bus adapter
1x
• Handleiding
1x
Technische specificaties van het systeem
De standaard specificaties van de Metaforsa MF-10 benoemen we in de onderstaande tabel:
Omschrijving:
Specificatie:
Uitgangen
Aantal schakelbare uitgangen
10
Aantal eindgroepen
3
Nominale spanning
0-250 V AC/DC
Maximale schakelstroom (per kanaal)
8A
Maximale schakelstroom (1 groep)
20A
Maximale schakelstroom (gehele apparaat)
45A
Connectie type voedingskabel
connector
Toegestane voedingskabel voor montage in uitgangen:
Enkele kabel
Dubbele kabel
Gevlochten meer-aderige kabel
0.5 … 4mm2
0.5 … 4mm2
0.5 … 2.5mm2
Ingangen
Aantal analoge ingangen
16
Aantal digitale ingangen
4
Maximaal toegestane stroom op de gelijkstroom-aansluiting
50mA
Overig
Omgevingstemperatuur
0 … +45°С
Opslag/transport temperatuur
-20 … +60°С
Toegestane luchtvochtigheid
0 … 95% (niet-condenserend)
Voeding
11.5 … 12.5 V DC
Maximale stroom (12V)
1А
Beschikbare interfaces
Ethernet, CAN, OneWire
Bus type
CAN (4-draads)
Maximale lengte CAN-bus
800 meter* (met UTP Cat 5e bekabeling)
Type CAN-bus bekabeling
4×0.8/UTP/FTP Cat 5e of hoger
Type CAN-bus verbinding
Connector
Maximale kabellengte digitale OneWire ingangen
30 m
Type bekabeling digitale OneWire ingangen
4×0.8/UTP/FTP Cat 5e of hoger
Type connector digitale OneWire ingangen
RJ12 connector
Maximale lengte LAN-kabel
100 meter
Type LAN bekabeling
UTP/FTP Cat 5e of hoger
Type LAN verbinding
RJ45-connector
Afmetingen
9U, 156x110x58 mm
Materiaal behuizing
ABS plastic
Water- / stof-bestendigheid behuizing
IP40
Montage
DIN-rail (EN 60715)
Gewicht
350 gram
* – Bij de toepassing van zeer lange CAN-bus kabel dien je extra voedingen te gebruiken; de maximale lengte van de CAN-bus lijn is tevens afhankelijk van invloeden van buitenaf, b.v. interferentie.
Algemene opbouw van het systeem
Hieronder zie je de opbouw van de Metaforsa-module:
1-5
Connectoren voor uitgangen
6
Status LED’s
7
Aansluiting voeding Metaforsa
8
RJ45 aansluiting LAN
9-12
Connectoren voor analoge sensoren, knoppen en/of schakelaars
13
OneWire-interface aansluiting (voor digitale sensoren)
14
CAN-bus aansluiting voor uitbreiding met extra modules
Overzicht connectoren van de Metaforsa:
Aan de bovenzijde van de Metaforsa bevinden zich 5 connectoren (schroefklemmen 1 tot en met 5).
In het onderstaande schema zie je de het interne schema van de schroefklemmen. Schroefklemmen met L* zijn fase aansluitingen, de C* schroefklemmen zijn dus de geschakelde uitgangen. De nul van alle apparaten wordt samengevoegd. L2 is te gebruiken om de fase door te verbinden naar L3, vervolgens is L4 te gebruiken om de fase door te verbinden naar L5.
Uiteraard kun je ook drie aparte eindgroepen gebruiken.
Aan de onderzijde van de Metaforsa bevinden zich de volgende aansluitingen:
Connector 7 — Aansluiting voeding Metaforsa
Connector 8 — RJ45 aansluiting LAN
Connector 9 tot en met 12 — Dit zijn 4 connectoren met per connector 6 schroefklem aansluitingen voor analage sensoren zoals beweging, lekkage, magneetcontacten, knoppen en schakelaars.
Connector 13 — OneWire-interface aansluiting (voor digitale sensoren)
Connector 14 — CAN-bus aansluiting, voor het uitbreiden van de Metaforsa met maximaal 4 modules.
De fysieke aansluitingen en het gebruik daarvan worden weergegeven in onderstaande tabel:
Connector
Contact
Toepassing
1, 3
L1-2 en L3-4
Fase aansluiting
voor C1-C8
2, 4
C1-4 en C5-8
Aansluiten van aan te sturen apparatuur (verlichting, wandcontactdozen, enzovoort)
5
С9 L5 С10
Aansluiten van gordijn / jaloezie motoren, ventielen, lampen, poortbesturingen.
С9 en С10: uitgangen apparatuur
L5: Aansluiting voor de fase
6 Status LED’s
De beschrijving van de status LED’s kun je verderop vinden.
7
+12V GND
+12V: Voeding Metaforsa door een (meegeleverde) externe 12V voeding
GND: Nul
8
RJ45
RJ45-aansluiting voor LAN
9-12
+12V In1 … … In16 GND
Aansluiten van sensoren (knoppen, magneetcontacten, schakelaars, bewegings- of lekkagesensoren)
+12V: +12 Volt t.b.v. sensor uitgang zoals bewegingsmelders
In1 t/m In16: analoge ingangen (0-12 V)
GND: Nul
13 RJ12 connector
OneWire
Aansluiting voor digitale sensoren (zoals temperatuur sensoren)
VCC: +5 Volt voeding voor sensoren
OW1 t/m OW4: OneWire aansluitingen
GND: Nul
14 CAN connector
VCC
GND
L
H
CAN-bus aansluiting voor het uitbreiden met extra modules.
VСС: 12V uitgang
GND: Nul
L: CAN-bus data (Low)
H: CAN-bus data (High)
Installatie en montage van het systeem
Alvorens je het systeem aansluit doe je het volgende:
Bevestig de sensoren en actuatoren (indien niet vooraf geïnstalleerd), en stel deze in
Bevestig de Metaforsa module en voeding.
Opmerking: de Metaforsa module moet in de buurt van de voedingsspanning worden geïnstalleerd.
In de onderstaande tekening zie je hoe je de uitgangen van de Metaforsa aansluit, verdeeld over meerdere groepen in de meterkast
Let op:
Van de aan te sluiten apparatuur wordt alleen de fase aangesloten op de uitgang van de Metaforsa-module. De nul van het apparaat wordt aangesloten op de nul van dezelfde eindgroep.
Een compleet overzicht van een installatie met de Metaforsa kun je hieronder vinden:
Aansluiten van te besturen apparatuur.
Aansluiten van verlichting / verwarming /
wandcontactdozen
Fig. 6
Apparatuur zoals niet dimbare verlichting, wandcontactdozen, verwarming en thermische aandrijvingen kun je aansluiten op de connectoren С1 t/m С10.
De nuldraad dient te worden verbonden met de nul van de groep waar ook de fase vandaan komt.
Het aansluiten van hoge vermogens d.m.v. relais
Aanbevolen relais:
ABB ESB serie
Schneider Acti 9 iCT serie
Hager ESC serie
Aansluiten van een enkel-polige water- of gasklep
Waarschuwing: Zorg ervoor dat vòòr het aansluiten van de spanning op de te besturen apparatuur, de configuratie van de betreffende uitgang op de Metaforsa-module juist is geconfigureerd. Een niet juiste configuratie en/of aansluiting kan leiden tot het defect raken van aangesloten apparatuur of Metaforsa module! Doe dit in de web-interface van de Metaforsa.
Fig. 7
Een enkelpolige water- of gasklep is aan te sluiten op elk van de uitgangen van C1 t/m C10.
De aarde- en nuldraad dient te worden verbonden met de juiste klemmen in de verdeelkast.
Een voorbeeld van deze aansluiting kun je hiernaast vinden in figuur 7 .
Aansluiten van een dubbelpolige water- of gasklep
Waarschuwing: Zorg ervoor dat vòòr het aansluiten van de spanning op de te besturen apparatuur, de configuratie van de betreffende uitgang op de Metaforsa-module juist is geconfigureerd. Een niet juiste configuratie en/of aansluiting kan leiden tot het defect raken van aangesloten apparatuur of Metaforsa module! Doe dit in de web-interface van de Metaforsa.
Fig. 8
Gebruik twee naast elkaar zittende aansluitpunten van de connector (bijvoorbeeld C3 en C4) om een dubbelpolige water- of gas-toevoerklep aan te sluiten.
De aarde- en nuldraad dient te worden verbonden met de juiste klemmen in de meterkast.
Een voorbeeld van deze aansluiting kun je hiernaast vinden in figuur 8 .
Aansluiten van een enkelpolige motor voor poorten e.d.
Waarschuwing: Zorg ervoor dat vòòr het aansluiten van de spanning op de te besturen apparatuur, de configuratie van de betreffende uitgang op de Metaforsa-module juist is geconfigureerd. Een niet juiste configuratie en/of aansluiting kan leiden tot het defect raken van aangesloten apparatuur of Metaforsa module! Doe dit in de web-interface van de Metaforsa.
Fig. 9
Je mag alleen de aansluitpunten van de connectorgroep C9 en C10 gebruiken om een enkelpolige poortbesturing aan te sluiten.
Let op: aansluitpunt L5 wordt gebruikt als gemeenschappelijke ader samen met de poortbesturing.
Een voorbeeld van deze aansluiting kun je hiernaast vinden in figuur 9 .
Aansluiten van een dubbelpolige motor voor poorten e.d.
Waarschuwing: Zorg ervoor dat vòòr het aansluiten van de spanning op de te besturen apparatuur, de configuratie van de betreffende uitgang op de Metaforsa-module juist is geconfigureerd. Een niet juiste configuratie en/of aansluiting kan leiden tot het defect raken van aangesloten apparatuur of Metaforsa module! Doe dit in de web-interface van de Metaforsa.
Fig. 10
Je mag alleen de aansluitpunten van de connectorgroep C9 en C10 gebruiken om een dubbelpolige poortbesturing aan te sluiten.
Let op: aansluitpunt L5 wordt gebruikt als gemeenschappelijke ader samen met de poortbesturing.
Een voorbeeld van deze aansluiting kun je hiernaast vinden in figuur 10 .
Aansluiten van een gordijn / jaloezie / markies motor op netspanning
Waarschuwing: Zorg ervoor dat vòòr het aansluiten van de spanning op de te besturen apparatuur, de configuratie van de betreffende uitgang op de Metaforsa-module juist is geconfigureerd. Een niet juiste configuratie en/of aansluiting kan leiden tot het defect raken van aangesloten apparatuur of Metaforsa module! Doe dit in de web-interface van de Metaforsa.
Fig. 11
Je mag alleen twee naast elkaar zittende aansluitpunten van een connectorgroep (b.v. C3 en C4) gebruiken om een motor t.b.v. een gordijn, jaloezie of markies aan te sluiten.
De nuldraad dient te worden verbonden met de nul van de groep waar ook de fase vandaan komt.
Een voorbeeld van deze aansluiting kun je hiernaast vinden in figuur 11 .
Aansluiten van een gordijn / jaloezie / markies op laagspanning
Waarschuwing: Zorg ervoor dat vòòr het aansluiten van de spanning op de te besturen apparatuur, de configuratie van de betreffende uitgang op de Metaforsa-module juist is geconfigureerd. Een niet juiste configuratie en/of aansluiting kan leiden tot het defect raken van aangesloten apparatuur of Metaforsa module! Doe dit in de web-interface van de Metaforsa.
Fig. 12
Je mag alleen de aansluitpunten van de connectorgroep C9 en C10 gebruiken om een gordijn/jalouzie/markies op laagspanning aan te sluiten.
Let op: aansluitpunt L5 wordt gebruikt als gemeenschappelijke ader samen met de betreffende besturing.
Een voorbeeld van deze aansluiting kun je hiernaast vinden in figuur 12 .
Aansluiten van sensoren, schakelaars en knoppen
Aansluiten van een bewegingssensor (PIR)
De bewegingssensoren kunnen aangesloten worden op elke vrije ingang (dit zijn de ingangen 1 tot en met 16). De voeding voor de bewegingssensor wordt verbonden met de schroefklem van +12V en GND van de betreffende connectorgroep.
Een voorbeeld van deze aansluiting kun je hieronder vinden in figuur 13 .
Fig. 13
Fig. 14
Configuratie en aansluiten van de Satel AMBER-sensor
De configuratie van Satel Amber is hierboven weergegeven in figuur 14 en bestaat uit de volgende aansluitingen:
Status LED
De LED jumper dien je te gebruiken om de status LED in- of uit te schakelen. Indien de 2 pinnen zijn doorverbonden met de jumper is de status LED actief, als de 2 pinnen niet zijn doorverbonden is deze niet actief.
De SENS jumper dien je te gebruiken om de gevoeligheid van de sensor in te stellen. Als de 2 pinnen zijn doorverbonden met de jumper is de gevoeligheid hoog; als de jumper niet is geplaatst is de gevoeligheid laag.
Aansluitingen:
+12V — Voeding sensor is aangesloten op de “+ 12V” van de Metaforsa
COM — Nul, aangesloten op de “GND” van de Metaforsa
NC — Normally closed (NC) relais contact, is met een jumper doorverbonden met СОМ NC — Normally closed (NC) relais contact, wordt aangesloten op een van de 16 ingangen van de Metaforsa
TMP — niet in gebruik
TMP — niet in gebruik
Aansluiten van Larnitech FW-WL waterleksensoren
FW-WL waterleksensoren zijn aan te sluiten op een vrije ingang van de ingangen 1 tot en met 16 op de Metaforsa. De fase (VCC) wordt aangesloten op +12V en de GND / nul op de GND van de connector.
Een voorbeeld van deze aansluiting kun je hieronder vinden in figuur 15 .
Fig. 15
Fig. 16
Configuratie en aansluiting van de FW-WL sensor (Fig. 16)
1. Aansluitingen:
+12V — De voeding voor de sensor is aangesloten op het aansluitpunt +12V van de Metaforsa
OW — Sensor signaaldraad
GND — Gemeenschappelijke, verbonden met GND-contact van de Metaforsa.
2. DIP-switches:
1 – Gevoeligheid van de sensor (ON = hoog, OFF = laag)
2 – Kleurinstelling van de LED (ON = blauw, OFF = groen).
3 – Status LED.
Aansluiten van drukknoppen/schakelaars en magneetcontacten
Drukknoppen, schakelaars en magneetcontacten zijn aan te sluiten op een vrije ingang van de ingangen 1 tot en met 16 op de Metaforsa, hun tweede aansluitpunt is aangesloten op de GND van de Metaforsa-modulegroep. De +12V uitgangen worden bij (druk-) knoppen, schakelaars en magneetcontacten niet gebruikt.
Een voorbeeld van deze aansluiting kun je hieronder vinden in figuur 17 en figuur 18 .
Fig. 17 Aansluiten van schakelaars
en drukknoppen
Fig. 18 Aansluiten van magneetcontacten
Aansluiten van digitale sensoren
De Metaforsa unit wordt compleet geleverd met de OneWire-adapter (ook wel OW-adapter, zie figuur 19a) om hiermee maximaal 8 digitale sensoren aan te sluiten. Op deze manier kunnen meerdere apparaten (sensoren) op één kanaal worden aangesloten (figuur 19b ). De aangesloten sensoren worden automatisch gedetecteerd en vereisen geen instellingen vooraf.
Fig. 19a
Fig. 19b
Configuratie en aansluiten van de OneWire-adapter (OW)
Waarschuwing: Controleer nauwkeurig de aansluitingen! Een niet juiste aansluiting kan de sensor beschadigen of een niet juiste werking veroorzaken.
Fig. 20
Beschrijving van de OneWire-adapter (figuur 20 ): 1. Aansluitingen: +5V – Voeding voor digitale sensor; OW – Communicatie kanaal; GND – Nul 2. RJ12 connector.
Aansluiten van uitbreidingsmodules.
Uitbreidingsmodules zijn Larnitech-modules die via de CAN-bus worden aangesloten. Voorbeelden hiervan zijn: dimmers, RGB-dimmers, schakelactoren, enzovoort. De modules die worden aangesloten op de uitbreidingspoort (CAN-bus) worden automatisch herkend en vereisen geen configuratie vooraf.
Een voorbeeld van een Larnitech configuratie kun je hieronder vinden in figuur 21 .
Fig. 21
Waarschuwing! De 120 Ohm eindweerstanden moeten worden geïnstalleerd aan het begin en aan het einde van de CAN-bus, tussen de L- en H-aansluitpunten. Zorg ervoor dat de eindweerstanden op de juiste manier geplaatst zijn! Een onjuiste aansluiting kan fouten veroorzaken in de communicatie.
De installatie van de Metaforsa en het aansluiten ervan.
Installeer de Metaforsa module op een DIN-rail en fixeer de module met de speciale clip aan de onderkant van de module.
Installeer de voeding aan de linkerkant van de Metaforsa module op de DIN-rail.
Sluit de LAN-kabel (8) aan, voorzien van het meegeleverde ferriet ontstoringsfilter.
Sluit de connectoren (9) tot en met (14) aan.
Sluit de connectoren (1) tot en met (5) aan.
Sluit de voeding (7) aan op de Metaforsa-module.
Voorzie de voeding van stroom.
Wacht tot de Metaforsa-module is opgestart, configureer deze vervolgens via de web-interface.
Sluit daarna pas de voeding aan op de aansluitingen (1), (3) en (5).
Controleer of alle apparatuur naar behoren werkt.
Uitschakelen en de-installatie procedure van de Metaforsa module
Schakel in de meterkast alle groepen uit die de Metaforsa module van stroom voorzien. Dit is de groep voor de voeding van de Metaforsa en de groepen voor de voeding van de connectors (1), (3) en (5). Controleer of de voeding inderdaad afgeschakeld is
Ontkoppel de connectoren (1) tot en met (5).
Ontkoppel de connector (7), vervolgens de connectoren (8) tot en met (14).
Verwijder de Metaforsa module van de DIN-rail, door de vergrendeling aan de onderkant van de module los te klikken.
Het configureren van de hardware
Om de Metaforsa module te gebruiken, dien je de Larnitech App te installeren op je tablet of smartphone. De Larnitech App is beschikbaar in de Apple Store and Google Play Store . Vanuit deze app kun je overigens ook veel zaken configureren die je ook in de web-interface kunt regelen.
In de Larnitech App kun je de in- en uitgangen gemakkelijk visueel configureren. In dit filmpje op YouTube leggen we je uit hoe dit werkt.
Het opsporen van fouten en oplossingen hiervoor.
Hieronder vind je een aantal mogelijke storingen en een mogelijke oplossing hiervoor. Als je problemen ondervindt, of als je je fout hieronder niet kunt vinden, kijk dan eerst eens op onze uitgebreide site met handleidingen, instructie-video’s en uitleg: http://wiki.larnitech.com/nl/documentation/
Je kunt uiteraard ook altijd contact opnemen via het mail-adres info@larnitech.nl .
Het besturen van aangesloten apparaten werkt niet
Controleer of de uitgangen correct zijn geconfigureerd in de toepassing
Controleer of alle aansluitingen correct zijn
Controleer de 12V-voedingseenheid, of deze correct is aangesloten en of alle betreffende groepen in de meterkast ingeschakeld zijn.
Controleer of de aangesloten apparatuur werkt.
De Metaforsa-module is uit, “Power” led brandt niet
Controleer de aansluiting van de 12V-voedingseenheid;
Controleer de aansluiting van de 12V-voedingseenheid op 230V netspanning.
Netwerkverbindingsfout
Controleer of de Ethernet-kabel goed aangesloten is
Controleer of de status LED’s op de Ethernet-connector branden
Controleer of de netwerk configuratie juist is
Controleer of de Metaforsa-module en het apparaat waarmee je verbinding maakt (tablets of telefoons), zich in hetzelfde netwerk bevinden.
De sensoren werken niet
Controleer of de ingangen juist zijn geconfigureerd in de webinterface van de Metaforsa
Controleer of de sensoren correct zijn aangesloten
Controleer of de Metaforsa-module opgestart is: staan de betreffende groepen in de meterkast aan; brandt de LED op de 12V-voedingseenheid, brandt de status LED op de Metaforsa
Controleer de aanwezigheid van voeding op de sensoren
Controleer de bekabeling van de sensoren die zijn aangesloten.
De aangesloten apparatuur werkt niet
Controleer of de aansluitingen juist zijn
Controleer of de Metaforsa-module opgestart is: staan de betreffende groepen in de meterkast aan; brandt de LED op de 12V-voedingseenheid, brandt de status LED op de Metaforsa (zie tabel 3 voor de status LED’s)
Controleer de CAN-bus bekabeling en spanningsvoorziening op de aangesloten apparatuur.
Configuratie van de hardware via XML.
Het onderstaande gedeelte is alleen bedoeld voor ervaren Larnitech gebruikers, die de eigenschappen van de Larnitech hardware rechtstreeks willen wijzigen in de XML-logica van de server. Daarom is deze tabel ook niet vertaald naar het Nederlands.
Name
Type, range
SUBID
Default
Description
runtime
integer 0-100
1-10
15
runtime is the open/close time in seconds, is used for jalousie, gate, valve(2 pole); Example: runtime=15
hold
integer 0-10000
1-10
500
hold is the bridging time in miliseconds, is used for gate and jalousie (by default hold is the same as runtime), lock; Example: hold=3500
def
string ‘ON’
1-10
‘OFF’
def is the element status is set after restart, is used for lamp, heating, valve(1 pole); Example: def=’ON’
out
char[10]
98
‘LLLLHHHHB-‘
Each char is responsible for the type of a particular channel
‘L’-Lamp
‘M’-Lamp Inverse;
‘J’-Heating NO, valve-heating, normally open;
‘H’-Heating NC, valve-heating, normally closed;
‘B’-Blinds (2 pole), jalousie/curtains;
‘C’-Blinds Inverse (2 pole), jalousie/curtains, invert open-close;
‘G’-Gate (2 pole), 2 pole gate;
‘D’-Gate (2 pole) Inverse, 2 pole gate, invert open-close;
‘X’-Gate (1 pole /short press), 1 pole gate;
‘Z’-Gate (1 pole) Inverse, 1 pole gate, invert open-close;
‘V’-Valve (2 pole), 2 pole valve;
‘W’-Valve (2 pole) Inverse, 2 pole valve, invert open-close;
‘R’-Valve (1 pole), 1 pole valve,;
‘S’-Valve (1 pole) Inverse, 1 pole valve, invert open-close;
‘K’-Lock (short press);
‘N’-Lock (short press) Inverse;
‘F’-FanCoil. Group1 (Lamp Toggle). For fancoil speed control;
‘E’-FanCoil. Group2 (Lamp Toggle). For fancoil speed control;
‘Q’-FanCoil. Group3 (Lamp Toggle). For fancoil speed control;
‘U’-FanCoil. Group4 (Lamp Toggle). For fancoil speed control;
‘I’-FanCoil. Group5 (Lamp Toggle). For fancoil speed control;
‘-‘-none, nothing is connected.
Example: out=’LLB-G-V-W-‘
offset
integer (+/- 0…39)
30-36
‘0’
sensor values offset; For example, offset is -3.8 :
hw="offset='-3.8'"
in
char[16]
98
‘MMM- -LL-BBBBKKKK’
Each char is responsible for the type of a particular channel
‘B’-Button;
‘C’-nButton;
‘S’-Switch;
‘K’-Contact;
‘H’-nContact;
'L'-Leak, Built-in floor (EW-WL) or on-the-floor (FW-WL) leakage sensor
'N'-Third party leakage sensor;
‘M’-Motion, motion sensor;
‘-‘-none
Example: in=’MMMMMMMMLLLLLLLL’
<item addr="339:1" auto-period="600" cfgid="40" hw="def='ON'" name="Lamp" type="lamp" uniq_id="3779"/>
<item addr="339:2" cfgid="40" hw="def='ON'" name="Radiator" type="valve-heating" uniq_id="3780">
<automation name="Eco" temperature-level="16" uniq_id="3781"/>
<automation name="Comfort" temperature-level="22" uniq_id="3782"/>
<automation name="Hot" temperature-level="25" uniq_id="3783"/>
</item>
<item addr="339:3" cfgid="40" hw="runtime=9" name="Jalousie" sub-type="120" type="jalousie" uniq_id="32"/>
<item addr="339:5" cfgid="40" hw="runtime=13" name="Gate" sub-type="120" type="gate" uniq_id="3784"/>
<item addr="339:7" cfgid="40" hw="hold=4600" name="Gate" sub-type="120" type="gate" uniq_id="3785"/>
<item addr="339:8" cfgid="40" hw="runtime=10" name="Valve" type="valve" uniq_id="3786"/>
<item addr="339:11" cfgid="40" name="Motion" type="motion-sensor" uniq_id="17"/>
<item addr="339:12" cfgid="40" name="Motion" type="motion-sensor" uniq_id="18"/>
<item addr="339:13" cfgid="40" name="Motion" type="motion-sensor" uniq_id="19"/>
<item addr="339:16" cfgid="40" name="Leak" type="leak-sensor" uniq_id="21"/>
<item addr="339:17" cfgid="40" name="Leak" type="leak-sensor" uniq_id="41"/>
<item addr="339:19" cfgid="40" name="Switch" type="switch" uniq_id="22"/>
<item addr="339:20" cfgid="40" name="Switch" type="switch" uniq_id="23"/>
<item addr="339:21" cfgid="40" name="Switch" type="switch" uniq_id="24"/>
<item addr="339:22" cfgid="40" name="Switch" type="switch" uniq_id="25"/>
<item addr="339:23" cfgid="40" name="Door" type="door-sensor" uniq_id="26"/>
<item addr="339:24" cfgid="40" name="Door" type="door-sensor" uniq_id="27"/>
<item addr="339:25" cfgid="40" name="Door" type="door-sensor" uniq_id="28"/>
<item addr="339:26" cfgid="40" name="Door" type="door-sensor" uniq_id="29"/>
<item addr="339:30" cfgid="40" name="Temperature" type="temperature-sensor" uniq_id="3772"/>
<item addr="339:31" cfgid="40" name="Temperature" type="temperature-sensor" uniq_id="3773"/>
<item addr="339:32" cfgid="40" name="Temperature" type="temperature-sensor" uniq_id="3774"/>
<item addr="339:33" cfgid="40" hw="offset='-10.8'" name="Temperature" type="temperature-sensor" uniq_id="3775"/>
<item addr="339:34" cfgid="40" hw="offset='25.1'" name="Temperature" type="temperature-sensor" uniq_id="3776"/>
<item addr="339:35" cfgid="40" name="Temperature" type="temperature-sensor" uniq_id="3777"/>
<item addr="339:36" cfgid="40" name="Temperature" type="temperature-sensor" uniq_id="3778"/>
<item addr="339:98" cfgid="40" hw="out='LHB-G-XV--' in='MMM--LL-BBBBKKKK'" name="Temperature" system="yes" type="temperature-sensor" uniq_id="30"/>